Pronunciation: /ˈɑːktər/

Definitions of achter

noun a person or thing that comes after another in a series

Example Sentences

A1 In de achtertuin staat een boom.

A2 Mijn fiets staat achter het huis.

B1 De achterkant van de auto is beschadigd.

B2 Achter de schermen wordt er hard gewerkt aan de productie.

C1 De achterliggende reden voor zijn gedrag is onbekend.

C2 Achter de schermen van het politieke spel worden belangrijke beslissingen genomen.

adjective indicating position further back than something else

Example Sentences

A1 Ik heb een kleine, achtertuin.

A2 De achterkant van het huis heeft een balkon.

B1 De achterste rij in de bioscoop is vaak de beste plek.

B2 Het achterste gedeelte van het vliegtuig heeft meer ruimte.

C1 De achterliggende reden voor zijn gedrag is niet duidelijk.

C2 De achterliggende filosofie van dit bedrijf is gericht op duurzaamheid.

preposition indicating position further back than something else

Example Sentences

A1 Ik zit achter de tafel.

A2 De kat zit achter het huis.

B1 Hij verstopte zich achter de boom.

B2 De schat ligt ergens achter de oude ruïnes.

C1 Achter de schermen wordt er hard gewerkt aan de nieuwe productlancering.

C2 De politicus had een verborgen agenda achter zijn publieke optreden.

Examples of achter in a Sentence

formal The house is located behind the park.

informal I'll be waiting for you at the back of the building.

slang Let's chill out in the back of the club.

figurative He always seems to be one step behind everyone else.

Grammatical Forms of achter

past tense

achter

plural

achters

comparative

achterder

superlative

achterst

present tense

achter

future tense

zal achteren

perfect tense

heeft achterd

continuous tense

is achterend

singular

achter

positive degree

achter

infinitive

achteren

gerund

achterend

participle

achterd

Origin and Evolution of achter

First Known Use: 1400 year
Language of Origin: Middle Dutch
Story behind the word: The word 'achter' originated from Middle Dutch, where it meant 'behind' or 'rear'.
Evolution of the word: Over time, the word 'achter' evolved to also mean 'after' or 'later' in Middle Dutch. In modern Dutch, it is commonly used to mean 'behind' or 'back' in a physical or metaphorical sense.